OP BEZOEK BIJ GEITENHOUDERS

 

Mijn vrouw en ik brachten dit jaar onze vakantie door in Lunteren. Het is daar een mooie omgeving en dankzij de hulp van onze vriend Hasselaar was het mogelijk om een aantal bedrijven met melkgeiten/dwerggeiten te bezoeken. We zullen ons bepalen tot de geitenhouders met melkgeiten.

Bedrijf van dhr. G. Hasselaar


De heer Hasselaar is in de eerste plaats mester van kalveren. Meestal heeft hij er tussen de 200 en 300 zitten.
Daarnaast heeft hij echter melkgeiten, dwerggeiten, konijnen en mini-ponies. Hij heeft dus verschillende liefhebberijen tegelijkertijd.
In zijn jeugd hield hij op de boerderij ook wel enige geiten, doch de echte en bewuste fokkerij is eerst in 1954 begonnen. Hij heeft toen enige melkgeiten aangeschaft en liet deze insemineren door de k.i.-organisatie in Utrecht.

Een van de eerste bokken die hij gebruikt heeft was Wessel, die gefokt was door iemand uit Baak.
Het aantal melkgeiten is de laatste jaren ingekrompen en hij heeft thans slechts drie melkgeiten.
Twee van deze dieren konden in 1983 het predikaat Bokmoeder behalen.
 
Nationale keuring 1982
Het zijn de geiten:
Erica 6 van Adelhof, dochter van Tarzan van Adelhof en dit dier produceerde als eenjarige 1050 kg melk met 3.54 % vet, 2.93 % eiwit in 304 dagen.
Anita van Adelhof, dochter van Rissinger Geert. Deze geit gaf in 1982 als eenjarige 958 kg melk met 3.56 % vet, 3.07 % eiwit in 296 dagen.
Deze twee geiten stonden er goed bij en waren allebei ingeschreven met b+ voor algemeen voorkomen. Bij herkeuring zullen ze vermoedelijk wel iets hoger komen.
Het zijn twee geiten met een goede hoogtemaat en deze maten houdt Hasselaar goed in het oog.
 
Hasselaar heeft enige jaren gefokt met Rissinger Geert. In 1981 zagen dhr. Looijen en ik op de provinciale keuring in Vorden een stel goede nakomelingen van deze stamvader.
De melkproductie was over het algemeen goed, doch er was een lichte daling van het gehalte aan eiwit waar te nemen.
Dit is mede de reden dat dit dier niet in aanmerking kwam voor het Preferentschap.

Bij Hasselaar zagen we verder een goed gebouwde en tevens goed ontwikkelde bok en enige goede geitelammeren. Het aantal is dus niet zo groot meer, doch de kwaliteit is nog goed.
Opgemerkt kan worden dat dhr. Hasselaar ook geen bezwaar heeft tegen het toepassen van inteelt, en dit heeft hij onder andere vrij sterk gedaan bij zijn dwerggeitenfokkerij.

Mijn eerste kennismaking met dhr. Hasselaar is zeker twintig jaar geleden. Hij had toen een proef genomen met geitemelk aan mestkalveren. Als mestkalveren diarree hadden dan herstelden ze hier door het gebruik van geitemelk heel snel van.

Alles bij elkaar is het de moeite waard om nog een kijkje te nemen bij deze fokker, al heeft hij in verband met zijn leeftijd de geitenstapel iets ingekrompen.
S. de Jong Szn.
"De Geitenhouder", december 1983

 

WWW.WITTEGEITEN.ORG